Menu Sluiten

__ Complexiteit van pijn __

Waarom chronische pijn complex is 

Chronische pijn heeft vaak niet één oorzaak. Biologische (oorzaken in je lichaam), Psychologische (hoe je denkt en voelt), Sociale (je leven met anderen) en Spirituele (je levensgeluk en levensdoelen) factoren spelen mee.  

Het is belangrijk om artsen en behandelaren die gespecialiseerd zijn in chronische pijn te zien. Maar daarnaast ook om: te bewegen, te ontspannen, de pijn en je gevoelens en gedachten daarover te erkennen en je vrienden te vertellen over wat deze aanhoudende pijn met jou doet. Goed samenwerken met zorgprofessionals die kennis hebben van chronische pijn en samen met jou álle factoren die mogelijk meespelen willen onderzoeken is belangrijk bij het omgaan met langdurige pijn.

Chronische pijn is pijn die lang aanhoudt, vaak langer dan drie maanden. Het kan invloed hebben op hoe je leeft, werkt en met anderen omgaat. Bij chronische pijn spelen verschillende factoren een rol. Vaak worden deze factoren onderverdeeld in drie grote groepen: biologische, psychologische en sociale factoren. Daarin mist dan eigenlijk nog één grote groep: spirituele factoren. 

In dit artikel zoomen we in op deze vier groepen factoren, de BPSS factoren, die mogelijk meespelen rondom jouw pijnklachten die niet overgaan. Per groep geven we enkele voorbeelden. 

1. Biologische factoren (B) 

Biologische factoren hebben te maken met je lichaam. Denk hierbij aan: 

  1. Ziektes en verwondingen: Als je een ziekte hebt zoals artritis of als je een ernstige verwonding hebt gehad, kan dat chronische pijn veroorzaken. 
  1. Genetica: Sommige mensen hebben een hogere kans op bepaalde soorten pijn vanwege hun genen, die ze van hun ouders hebben geërfd. 
  1. Leeftijd: Naarmate je ouder wordt, kunnen delen van je lichaam, zoals je gewrichten, slijten, wat pijn kan veroorzaken. 
  1. Neurologische veranderingen: Soms verandert de manier waarop je zenuwen signalen sturen. Dit kan ervoor zorgen dat je meer pijn voelt. 

Bij de biologische factoren zoekt men naar verklaringen van de aanhoudende pijnklachten vanuit bijvoorbeeld de biologie, scheikunde, natuurkunde, geneeskunde, psychiatrie, farmacologie (= geneesmiddelenleer), genetica en bredere gezondheidsleer. 

2. Psychologische factoren (P) 

Psychologische factoren gaan over hoe je denkt en voelt. Deze kunnen ook invloed hebben op je ervaring van pijn. Bijvoorbeeld: 

  1. Stress: Langdurige stress kan je lichaam en geest beïnvloeden, waardoor je meer pijn kunt voelen. 
  1. Angst en depressie: Mensen die zich vaak angstig of depressief voelen, kunnen meer last hebben van chronische pijn. Dit komt omdat de manier waarop je denkt en voelt, invloed kan hebben op hoe je pijn ervaart. 
  1. Aandacht voor pijn: Als je veel aandacht besteedt aan je pijn, kan het zijn dat je de pijn erger voelt dan het eigenlijk is. 

Bij de psychologische factoren zoekt men naar verklaringen voor aanhoudende pijnklachten vanuit jou als persoon, de ontwikkeling van jouw persoonlijkheid, je ontwikkeling nu én vroeger (‘je geschiedenis’), je kennis en je sociale vaardigheden (zoals zelfredzaamheid, assertiviteit), je gedachten. 

3. Sociale factoren (S) 

Sociale factoren hebben te maken met je omgeving en de mensen om je heen. Denk hierbij aan: 

  1. Relaties: Als je problemen hebt in relaties met vrienden, familie of collega’s, kan dit stress veroorzaken, wat je pijn kan verergeren. 
  1. Werkomstandigheden: Zwaar lichamelijk werk of werk dat je niet leuk vindt, kan bijdragen aan het ontwikkelen of erger worden van pijn. 
  1. Culturele en sociale steun: De steun die je krijgt van de mensen om je heen en je culturele achtergrond kan invloed hebben op hoe je pijn beleeft en ermee omgaat. In sommige culturen wordt er bijvoorbeeld anders gedacht over pijn en hoe je die moet uiten. 

Bij de sociale factoren zoekt men naar verklaringen voor aanhoudende pijnklachten vanuit jouw ‘sociale omgeving’. Je sociale relaties, maar ook het overheidsbeleid, de politicologie en het recht, je contacten met instellingen, bredere maatschappelijke ontwikkelingen, de cultuur waartoe je behoort en zelfs vanuit overtuigingen die je hebt op basis van massamedia. 

4. Spirituele factoren (S) 

Spirituele factoren hebben met name te maken met de vraag of je verder kunt (en wilt) kijken dan het hier en nu. Je kunt hierbij denken aan: 

  1. Levenswaarden: Jouw overtuigingen of idealen (denk aan zaken als ‘vrijheid’, ‘vriendelijkheid’, ‘respect’, ‘liefde’, ‘eerlijkheid’). Als je in je dagelijkse leven niet voldoende leeft naar je waarden, kan dat in je lijf en geest klachten geven. 
  1. Godsdienst en religie: In hoeverre vind je kracht, of troost, in een geloof? Ben je tolerant naar mensen die een ander geloof aanhangen? Een sterk geloof kan bijdragen aan meer kracht om lijden en pijn te dragen, of aan meer levensgeluk…al hoeft dat niet áltijd zo te zijn. 
  1. Zingeving: Het vinden van betekenis in je leven: wat is écht belangrijk en waar wil je naar toe in het leven (je passie, wensen, dromen, waar word je blij van, wat vind je interessant). Meer toebewegen naar voor jou belangrijke zingeving (‘meer doen wat je écht belangrijk vindt’) kan helpen om de impact van je pijnklachten in je dagelijks leven te verkleinen. 

Bij de spirituele factoren zoekt men naar verklaringen voor aanhoudende pijnklachten vanuit jouw overtuigingen, voor jou belangrijke waarden en in hoeverre jij daar in je dagelijkse leven invulling aan geeft (‘zingeving’). Maar ook kijkt men naar de invloed van het aanwezig zijn, of juist ontbreken, van geloof. Spiritualiteit is in veel gevallen heel ‘aards’, het ligt dichtbij jou als persoon zelf. Ieder mens heeft dit in zich; het gaat om aanwezigheid of ontbreken van ‘de drive’ in jouw leven. 

BPSS factoren hangen samen 

Het is belangrijk om te begrijpen dat al deze factoren samenwerken en elkaar beïnvloeden.  

Bijvoorbeeld, als je lichamelijke pijn hebt (een biologische factor), kan dat leiden tot stress of depressie (psychologische factoren), wat weer invloed kan hebben op je relaties met anderen (sociale factoren), hetgeen je mate van zingeving of levensgeluk in de weg kan staan (spirituele factoren). 

In het BPSS model gaat men er vanuit dat een ongewenste situatie, zoals ‘aanhoudende pijn’, het gevolg is van een of meerdere minder goed functionerend onderdelen van dit systeem. Maar ook dat de factoren ook weer van invloed zijn op elkaar. 

Hoe ga je om met chronische pijn? 

Omgaan met chronische pijn is niet eenvoudig, maar er zijn manieren om het beter te beheersen. Het is belangrijk om samen met behandelaren in te zoomen op jouw invulling van het BPSS model: welke factoren spelen in jouw lijf, brein en leven allemaal mee die mogelijk van invloed kunnen zijn op de aanhoudende pijnklachten die je hebt. Dat beter in kaart brengen kan helpen om te zien waar ‘winst’ te behalen is. Door meer te leren over de verschillende factoren die bijdragen aan pijn, kun je samen met je zorgverleners een gericht plan opstellen. 


Waar kun je meer lezen over BPSS factoren en chronische pijn?

Dit artikel is met aandacht samengesteld door de redactie van pijnstad.nl.

Laatste update:

Pijnstad